1 oktober was het de Dag van het Vegetarisme. Hoewel het onduidelijk is of er dit jaar meer of minder vlees wordt gegeten, ziet directeur van de Vegetariërsbond Floris de Graad wel een verschil in de beeldvorming rondom vegetariërs vergeleken met een paar jaar geleden.
“Het idee van vegetarisme is veel meer geaccepteerd”, aldus directeur van de Vegetariërsbond Floris de Graad. “Er is veel meer belangstelling voor en het wordt als een stuk hipper gezien dan een paar jaar geleden. Er is op dit moment een positieve publieke opinie. Ook merken wij dat er sinds 2016 een flinke stijging zit in het aantal aanvragen voor het Europese V-keurmerk voor vegetarisch eten.”
Verhaal gericht op positiviteit
“In ons verhaal proberen wij vooral te wijzen op de voordelen van het vegetarische dieet voor de gezondheid, de maatschappij en het milieu. Mensen die het nieuws volgen, zien deze redenen ook wel voorbijkomen. Maar wij proberen mensen concrete handvatten te geven om een vegetarische keuze te maken. Op negatieve berichten als een verhoging van de consumptie van vlees reageren wij alleen middels een persbericht. Het geeft aan dat de daling even stabiliseert, maar dit soort resultaten zijn ook moeilijk te duiden. Een hele grote groep mensen eet minder vlees, maar misschien hebben de vleeseters juist wel meer vlees gegeten.”
“Wij proberen onze boodschap vooral over te brengen bij de mensen die daarvoor openstaan; de mensen bij wie je snel resultaat kunt halen. We moeten goed nadenken hoe we die iets minder positieve groep ook kunnen bereiken. Ik denk dat we die alleen maar over de streep trekken met een positief verhaal. Laat ze bijvoorbeeld eens proeven van vegetarisch eten. Tegelijkertijd moet je je ook afvragen hoeveel tijd en energie je in die groep wilt steken.”
Mengen in het publieke debat
“De komende tijd zullen wij onze boodschap vooral overbrengen door te blijven aanhaken bij de actualiteit. Bijvoorbeeld als het gaat om de milieubelasting op vlees. Er blijven rapporten uitkomen die ons verhaal ondersteunen en hier springen wij op in. Ook willen wij ons nadrukkelijker gaan mengen in het publieke debat. Zo zijn we op dit moment een vee-heffing aan het voorbereiden. Wij willen dat de daadwerkelijke prijs die de productie van vlees en zuivel kost, wordt doorberekend in de prijs. Onze communicatie is dus niet alleen passief, maar zal ook actiever worden.”