Een nieuw kabinet betekent voor de Unie van Waterschappen – de koepelorganisatie van de 21 waterschappen in Nederland – dat ze opnieuw moeten laten zien waar ze voor staan. Woordvoerder Jane Alblas: “Normaliter doen we flink ons best om aandacht voor het waterschap te vragen, maar de afgelopen weken lagen er veel kansen voor open doel.”
Heb jij überhaupt kerstvakantie gehad?
“Absoluut niet. Een paar weken voor de kerstvakantie bedachten mijn collega’s en ik dat kerst en oud en nieuw in dezelfde week vielen, daarom besloten we het te verdelen; wel zo eerlijk. We dachten: buiten de standaardvragen over oliebollenvet – of je dat wel of niet door de gootsteen mag spoelen – zal er niet veel woordvoering tijdens de feestdagen nodig zijn. Wij zouden genieten van een paar welverdiende rustige dagen. Hoe naïef was dat! Moeder natuur had andere plannen en de piek in hoogwater bracht een piek aan persvragen.”
Wat was jouw rol?
“De hele dag had ik contact met de lokale waterschappen en kreeg ik meldingen van de crisisoverleggen. Zo had ik alle actuele informatie voorhanden om de pers goed te woord te staan. Ik probeerde alle regio’s aan bod te laten komen. Op deze manier was er niet alleen aandacht voor de nijpende gebieden, zoals bijvoorbeeld rond Deventer. Veel vragen beantwoordde ik zelf. Zo had Nu.nl geregeld een update nodig. Voor de televisieverzoeken schoof ik bestuurders naar voren. Zij vertelden over het belang van waterveiligheid in Nederland, dat het goed is dat we dijken hebben versterkt en dat rivieren meer ruimte hebben gekregen. Ook deelden we in de media dat het belangrijk is dat we als land voorbereid blijven, want extremen komen steeds vaker voor. Mooie kansen, die onze bestuurders goed invulden.”
Het hoge water was dus een kans. Wanneer wordt het nijpend voor jullie?
“Als er ergens wél een dijk doorbreekt en er slachtoffers te betreuren zijn. Gelukkig gebeurde dat niet. Tegelijk betekende dit niet dat we enkel communiceerden dat onze techneuten alles onder controle hadden en er niets aan de hand was. Want dan mis je de beleving van de samenleving. Er bestaat dus zoiets als overlast én waterveiligheid. De waterveiligheid is niet in geding geweest, maar als je kelder ondergelopen is, of je losgeslagen woonboot tegen een brug botst, heb je wel degelijk te maken met overlast. Aan ons de taak om uit te leggen dat dit overmacht is in een extreme situatie.”
Hoe is je contact met journalisten?
“Prettig! Omdat we een vrij specifiek onderwerp hebben, zijn er een paar warme contacten. Aan dat netwerk heb ik veel. Het werk is lastig als je snel moet schakelen. Bijvoorbeeld als je eerst afspreekt dat je in een uitzending aan tafel wordt uitgenodigd, maar dat een paar uur van tevoren wordt gewijzigd in een interview op locatie. We zitten liever aan tafel, maar ik snap hoe het in de journalistiek gaat. Alsnog verzilveren we de kansen die we krijgen.”
Waar stoor jij je weleens aan?
“Als beginnend woordvoerder moest ik eraan wennen dat spreektaal letterlijk overgenomen kan worden. Zo antwoordde ik eens in een periode van droogte: ‘Ik vind het ook niet leuk, maar het moet toch echt heel veel gaan regenen’. Dat stond vervolgens letterlijk in de krant. Maar ach, het was wel spontaan. Wat ik echt vervelend vind, is als je benaderd wordt door een journalist en hij of zij al weet welk verhaal het wordt. Zij lopen dan de hele dag met een bestuurder mee en dan verwachten wij een mooi achtergrondverhaal. Het resultaat is dan soms een paar quotes in een compleet andere context. Dat vind ik nasty. Wij communiceren transparant, dus je hoeft ons niet tactisch te benaderen.”
Wat is jouw tip aan andere woordvoerders?
“In een crisis krijg je vaak dezelfde vraag. Het is dan belangrijk dat je enthousiast blijft. Ik raak trouwens nooit verveeld over waterschap, omdat het echt ergens over gaat. Het is maatschappelijk relevant dat we veilig kunnen leven en over voldoende en schoon water beschikken. Bij het waterschap werken dan ook veel bevlogen mensen en dat zorgt voor een fijne sfeer.”
Het waterpeil is aan het zakken. Tijd voor vakantie?
“Ja, eind januari ga ik nog wat verlofuurtjes inhalen. Mits er natuurlijk niets gebeurt…”