Actueel

KWF-woordvoerder Annebel Schipper: ‘Fijn om met journalisten te sparren over het nieuws’

Impact maken op het leven van een kankerpatiënt. Welk interview Annebel Schipper, woordvoerder bij KWF Kankerbestrijding, ook doet – dat doel heeft ze altijd in haar achterhoofd. “Dus ook bij dit interview voor Woordvoerders.nl. Eén op de twee mensen krijgt kanker. Iedereen kent iemand die deze ziekte heeft of heeft gehad.”

Jij organiseerde eerst evenementen voor KWF en staat nu journalisten te woord. Een interessante overstap…
Klopt, ik zag het als een mooie kans. De manager van destijds had de wens om de vacature van woordvoering intern te vervullen. KWF is een complexe organisatie met veel speerpunten en verschillende expertises. Goede interviews geven, dat kun je leren. Het was vooral belangrijk dat je de organisatie goed kende. Zo werd ik woordvoerder.”

Wat is er zo complex aan KWF?
“Veel mensen denken dat we een organisatie zijn die geld inzamelt en onderzoek financiert, maar KWF doet veel meer. Ons eerste speerpunt draait om preventie; we willen kanker voorkomen. Het tweede is onderzoek; we willen zorgen voor betere behandelingen. Tot slot dragen we bij aan een betere kwaliteit van leven voor mensen met of na kanker. Onder deze speerpunten vallen dossiers. Neem bijvoorbeeld preventie. Ik geef regelmatig interviews over roken, zonnen en alcohol. En daarnaast worden we altijd gebeld als er iets over kanker in het nieuws is. Ook hebben we veel stakeholders: patiënten, donateurs, de politiek en zorgprofessionals. Mensen vinden ons betrouwbaar en deskundig, waardoor alles wat we communiceren onder een vergrootglas ligt.”

Doe je alle interviews zelf?
“Bijna alle. Onze directie wordt naar voren geschoven bij grote programma’s, zoals Nieuwsuur. Verder mogen we het zelf oppakken en dat maakt mijn werk leuk. Zo ben ik geregeld te zien bij EditieNL, Hart van Nederland, of te horen op NPO Radio1. Heel diverse kanalen waarop ik het KWF-verhaal en de impact die we maken op een goede manier wil vertellen.”

KWF krijgt dagelijks telefoontjes van journalisten. Hoe is je relatie met hen?
“Ik heb veel warme contacten. Het is zelfs zo dat we minder persberichten schrijven dan vroeger, omdat we met journalisten zulke goede relaties hebben. Het is fijn om met journalisten te sparren over het nieuws dat we willen brengen. Zij willen bijvoorbeeld een patiëntenverhaal of juist een onderzoeker aan het woord en daar heb ik in de voorbereiding al over nagedacht. Zo kan ik journalisten snel aan de juiste mensen koppelen. Deze contacten zijn waardevol.”

Wanneer kom je met een journalist in discussie?
“Als de journalist rechtstreeks met een specialist schakelt, zonder hulp van mij als woordvoerder. De journalisten waar ik een goede relatie mee heb, weten dat ik ze iets kan bieden; die doen dat niet. Geregeld komt een collega bij mij: ‘Ik heb een interviewverzoek gekregen’. Dan bel ik de journalist op en vraag ik hoe ik hem of haar kan helpen. Vaak komen we er wel uit, want ik begrijp het vak en wil de journalist helpen. Maar ja, ik wil er wel altijd tussen zitten. Die collega is nou eenmaal geen woordvoerder.”

En heb je ook weleens een discussie met een van je stakeholders?
“Ook dat komt voor. Wat hen betreft is het belangrijk dat ze genoemd worden. Dat snap ik helemaal, maar bij een radio- of televisie-interview wordt de naam van een organisatie er weleens uitgeknipt. Dan zegt die stakeholder: ‘Waarom werd onze naam niet genoemd, we doen het toch samen?’ Helemaal waar en dus heb ik als woordvoerder daar natuurlijk zo mijn handigheid in. Als dat niet werkt, kom ik de stakeholder tegemoet door te zeggen dat ze op onze site en op sociale media wel vermeld worden.”

Wat kunnen andere woordvoerders van jou leren?
“Dat je reactie geeft op nieuws van een ander. Dit doen wij als KWF steeds vaker. Voorheen was er nieuws over kanker en dan werden wij gebeld, of niet. Nu horen we het nieuws en maken we daar op eigen initiatief meteen een statement bij. Journalisten vinden dat fijn, want ze willen vaak de invalshoek van verschillende partijen in hun bericht hebben.”

Wanneer werd jij geraakt in je werk?
“Heel vaak! Vooral de lampionnenactie in het Olympisch Stadion in 2019 zal ik niet snel vergeten. Ruim twintigduizend lampionnen, met allemaal een eigen naam, werden verlicht in de vorm van een hart. Daaromheen maakten we een tv-show. Als je daar dan in het donker staat en al die lichtjes met namen ziet… Emotioneel werd ik geraakt; ook ik ken mensen met deze ziekte. Daarnaast vond ik het werkinhoudelijk erg bijzonder; we haalden niet alleen het NOS Journaal, ook internationale media schreven erover. Foto’s werden zelfs verspreid in Australië en Shanghai. Dan stuiter ik van enthousiasme!”

Iedereen kent wel iemand met kanker… Wat is jouw verhaal?
“Op m’n achttiende kreeg een vriendin leukemie. Gelukkig heeft ze het overleefd en is ze nu moeder. Haar ziekte gaf mij een extra drijfveer iets goeds met mijn leven te doen.”