Mensen vinden altijd wel iets van justitie, gevangenissen en tbs-klinieken, merkt Evert-Jan Pieters, woordvoerder bij De Forensische Zorgspecialisten (DFZS). De media, maar ook de politiek én de samenleving. Juist dat maakt zijn werk zo interessant: “Ik vind het een mooie taak om te laten zien wat we doen en waarom we dat doen. Vaak is er bij journalisten sprake van onwetendheid.”
Hoe zag je dag eruit?
“Ik werk in een team met drie collega’s. Regelmatig hebben we overleg, met de andere woordvoerder stem ik vooral de persvragen af. Deze week was de laatste uitzending van In de TBS, een vijfdelige serie van BNNVARA, die bij ons is opgenomen. Tijdens een paar draaidagen begeleidde ik de opnames, en na elke aflevering zijn we bezig met de reacties online. Ook had ik een gesprek met een collega die theaterdocent in de kliniek is; er is een groep patiënten die theaterlessen volgt en optreedt in het land. Verder hebben we bij DFZS een eigen podcast; vanmorgen volgden we daar een training voor. Dus nee, ik ben niet de hele dag met persvragen bezig, maar wel wekelijks, naast de thema’s die we zelf uitzetten bij de media.”
Wat is typerend aan het werk van een woordvoerder bij een forensische instelling?
“Iedereen heeft een mening over ons en er is veel onwetendheid. Neem bijvoorbeeld de podcastserie TBS van NPO Radio 1 van journalist Tom Veldhuijzen. Hij benaderde ons met de vraag of er een aflevering over zedendelinquenten bij ons opgenomen mocht worden. Tijdens die opname ging er een wereld voor hem open. Om wat voor mensen het gaat, hoe de behandeling wordt vormgegeven… Er zijn in de maatschappij allerlei vooroordelen over tbs en er speelt een onderbuikgevoel mee – dat ze snel met verlof gaan bijvoorbeeld. Pas als je je verdiept in de behandeling, weet je dat er een heel traject en behandelplan achter zit. Forensische zorg is een complex onderwerp. Ook vanwege de vele wijzigingen in de wetgeving, het beleid en de behandelmethodes. En toch: vooroordelen zijn er altijd, ook bij journalisten. Daarom vind ik mijn werk zo leuk en uitdagend.”
Beland je daardoor niet vaak in discussie met journalisten?
“Op hun vooroordelen heb ik geen grip. Gelukkig wonen we in een land met vrije pers! Maar het valt mee, hoor, en dat komt omdat ik altijd duidelijke afspraken maak. Met de geschreven pers lezen mijn geïnterviewde collega en ik bijvoorbeeld altijd mee. Ik merk dat journalisten het fijn vinden dat we op feitelijke onjuistheden controleren. Ons motto bij persvragen: ja, we werken mee, mits we een aantal afspraken kunnen maken. Ook omdat we te maken hebben met privacy. Wel heb ik een paar keer discussie gehad over de toon van een artikel of reportage. Dan verraste een negatieve invalshoek me, terwijl iets dergelijks tijdens het interview niet ter sprake kwam. Bepaalde media steken nou eenmaal liever negatief in, zodat ze het bericht op een sensationele manier kunnen brengen. Dan krijgt de zogenaamde ‘koppenredactie’ de schuld.”
Wanneer raakt dit werk jou persoonlijk?
“In zijn algemeenheid raakt het mij als mensen er zijn voor hun medemens. Dat heb je in een verpleeghuis, in een ziekenhuis en ook in een tbs-kliniek. Mijn collega’s op de vloer werken met mensen met complexe problematiek die er niet zitten omdat ze een pakje kauwgom hebben gestolen. Om dat werk goed te doen, heb je een bepaald uithoudingsvermogen nodig. Daar heb ik respect voor. Zelf heb ik in mijn werk minder met de patiënten te maken. Als ze meewerken aan een persvraag bereid ik de interviews met hen voor en zit ik erbij. Ik weet waar zij voor zitten en dat keur ik als mens af, maar ik ben er vooral van overtuigd dat iedereen gebaat is bij de behandeling, en een tweede kans verdient. Daarnaast houden we in ons werk rekening met slachtoffers en nabestaanden. Voor hen voel ik sympathie. Tegelijkertijd werk ik voor een organisatie die de dader wil behandelen en veilig wil laten terugkeren in de samenleving. Dat is soms best ingewikkeld.”
Wat is niet leuk aan je werk?
“Als er erge incidenten gebeuren. Dit heb ik twee keer in mijn vorige baan bij een andere tbs-kliniek meegemaakt. Zo pleegde een patiënt tijdens zijn verlof een ernstig delict en heb ik een keer een geweldsincident meegemaakt binnen de kliniek tegen een personeelslid dat zwaargewond raakte. Ik kende het slachtoffer. Ik denk niet dat je dat soort dingen meemaakt als je woordvoerder bent bij een commercieel bedrijf. Gelukkig gebeurt het zelden.”
Wanneer baal je van het werk van een journalist?
“Als ze via collega’s op de werkvloer aan een verhaal proberen te komen. Dat komt weleens voor. Dan is er een gerucht en wordt die collega benaderd via de sociale media en gevraagd of ze anoniem willen reageren. Laatst ook weer. Gelukkig was mijn collega zo snugger om mij erop te wijzen. Dat levert een vertrouwensbreuk op en dat spreek ik uit. Op ieder verzoek gaan we serieus in, maar blijf eerlijk en probeer niet op achterbakse wijze aan informatie te komen.”
In een ver verleden heb je als journalist gewerkt… Mis je dit werk weleens?
“In de eerste jaren binnen het communicatievak wel, inmiddels niet meer. Ook omdat het heel leuk is om contact met journalisten te hebben. Ik denk dat het in mijn voordeel is. Ik begrijp het als ze kritische vragen stellen, pushen of vervelend zijn.”
Bekijk de uitzendingen van In de TBS terug op NPO Start: In de TBS.