Actueel

Vakjournalist Jasper Mulder: ‘Woordvoerders en journalisten ergeren zich aan hetzelfde’

Jasper Mulder deed ooit de opleiding journalistiek en voorlichting en is in beide richtingen afgestudeerd. Dus is hij als journalist al ruim 25 jaar gespecialiseerd in communicatie. Mede door de sociale media blijft hij gefascineerd door zijn vak. “Door online platformen verschuilen bedrijven zich minder makkelijk.”

Hoe vind jij het om zelf te worden geïnterviewd?
Niet makkelijk! Je legt toch je ziel en zaligheid in de handen van de ander; net zoals een woordvoerder dat bij mij doet. Het is wel belangrijk dat je dat durft. Als een woordvoerder ontspannen met mij omgaat, wordt het gesprek opener en ontstaat er mogelijk sympathie. Dus antwoord vooral niet met zoiets als ‘Waarom stel je deze vraag?’, want dan wordt het gesprek niet leuk. Hetzelfde geldt voor het nalezen van het artikel. Als de geïnterviewde zegt: ‘Ik hoef het niet te lezen, ik vertrouw op je professionaliteit’, neem je dat mee in je werk. Dan permitteer je je minder vrijheden en word je zorgvuldiger. Natuurlijk heb ik er wel begrip voor als de geïnterviewde het wil nalezen. Neem dit interview. Het is persoonlijk en ik deel mijn mening. Ja, dan wil ik het ook vóór publicatie graag even lezen.”

Noem eens een voorbeeld van een gesprek dat niet leuk werd?
“Bijvoorbeeld de keer dat een woordvoerder van een financiële instelling stomend van woede aan de lijn hing over een interview met zijn communicatiemanager. Volgens de woordvoerder had ik me niet aan afspraken gehouden over het onderwerp van het verhaal. Alleen maak ik nooit afspraken over hoe mijn verhaal eruit komt te zien en bovendien had deze communicatiemanager over het thema erg weinig nieuws verteld. Dat terwijl de bank net met een crisis te maken had gekregen. Dus maakte ik de journalistieke keuze met dat laatste het verhaal te beginnen. Het gesprek met die woordvoerder wat volgde was ronduit onaangenaam, hoewel dat later niet tussen ons in is blijven staan. Ik vind het een goede woordvoerder en waardeer hem als persoon.”

Zie jij de relatie tussen journalisten en woordvoerders als een stroef huwelijk?
“Als het al een huwelijk is… Ze hebben immers niet voor elkaar gekozen. Het zijn eerder twee collega’s met andere belangen. Het beeld dat we slecht met elkaar omgaan wordt ook gecultiveerd door journalisten die alle woordvoerders leugenaars noemen. Ik schreef eens een artikel over de ergernissen van woordvoerders en journalisten. Die zijn precies dezelfde! De journalist ergert zich als de woordvoerder vraagt of hij de vraag op de mail wil zetten, want hij wil meteen een antwoord. Maar als een pr-bureau mij benadert met een nieuwsbericht, vraag ik ook of ze het even willen mailen. En zo zijn er nog veel meer voorbeelden te noemen waarin journalisten en woordvoerders hetzelfde gedrag vertonen. Overigens kan ik iedere journalist aanraden zichzelf eens te laten interviewen, zodat ze zich veel beter kunnen verplaatsen in de positie van woordvoerders.”

Waarom heb je je gespecialiseerd in het communicatievak?
“Ik deed de opleiding journalistiek en voorlichting, maar kon niet kiezen en ben in beide afgestudeerd. Ik begon als journalist, en al snel schreef ik veel verhalen over communicatie. Het onderwerp bleef mij achtervolgen. Door de komst van de sociale media raakte ik alleen nog maar gefascineerder. Natuurlijk zijn er nadelen aan de sociale media; iedere gek kan een bericht op Twitter zetten. Maar er komt ook veel kennis en opinie naar boven, omdat er meer direct contact is met specialisten. Daarnaast verschuilen bedrijven zich minder gemakkelijk, want online zie je meteen hoe de boodschap overkomt. Voor mij als vakjournalist is dit razend interessant.”

Je schrijft regelmatig over crisiscommunicatie. Wat is hierin de veelgemaakte fout?
“Dat woordvoerders gaan duiken door weg te lopen voor de crisis. Een logische reflex, terwijl je juist naar voren moeten bewegen door te communiceren. Anders geef je namelijk alle twitteraars op deze wereld de ruimte om te speculeren. Natuurlijk kun je niet alles vertellen, maar leg dat uit. Wacht niet totdat je eerst alle feiten kunt verifiëren; daarvoor is de situatie vaak te complex. Blijf in contact met de samenleving en realiseer je dan dat de journalist geen vragen stelt om vervelend te zijn. Die wil gewoon een steekhoudend antwoord.”

Is er een onderwerp waar je nog graag over wilt schrijven?
“Over taal en dan specifiek over jargon en verhullende taal, want veel mensen in het vak hoor ik onbegrijpelijke zinnen zeggen. Ook zie je veel woorden die plotseling opduiken en na een tijdje weer verdwijnen. Ik vind dat specialisten en beleidsmakers onder elkaar een soort geheimtaal spreken en dat schept afstand met mensen buiten hun vakgebied. Hoe leren we al die mensen normaal praten? Ik verwacht dat de techniek hier iets in gaat betekenen; dat we artificial intelligence gaan inzetten om teksten weer begrijpelijk voor iedereen te maken.”

Lees hier Jaspers Adformatie-artikel over de ergernissen tussen woordvoerders en journalisten